ECLI:NL:HR:2011:BP1288
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Beklag ex art. 552a Sv tegen de schriftelijke kennisgeving a.b.i. art. 116.3 Sv met betrekking tot een inbeslaggenomen varken
In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) tegen de schriftelijke kennisgeving van het Openbaar Ministerie (OM) dat het voornemen bestaat om een inbeslaggenomen varken terug te geven aan de rechtmatige eigenaar. De Rechtbank te Haarlem had op 25 maart 2010 geoordeeld dat de klaagster, die het varken had meegenomen en als bewaarder was aangesteld, niet-ontvankelijk was in haar klaagschrift. De Rechtbank oordeelde dat de eigenaar van het varken [betrokkene 1] was en dat de klaagster geen rechten kon ontlenen aan de stelling dat zij het varken beter kon verzorgen dan de eigenaar. De klaagster heeft hiertegen cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.L.M. van der Voet.
De Hoge Raad heeft de zaak op 22 maart 2011 behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal Silvis gevolgd, die had gepleit voor vernietiging van de beschikking van de Rechtbank en verwijzing naar het Gerechtshof te Amsterdam. De Hoge Raad herhaalde relevante overwegingen uit een eerdere uitspraak (HR LJN BL2823) en bevestigde dat de Rechtbank de juiste maatstaf had aangelegd. De Hoge Raad oordeelde dat de overweging van de Rechtbank over de zorg voor het varken door de klaagster een overweging ten overvloede was, en dat het middel van de klaagster faalde. De Hoge Raad verwierp het beroep en bevestigde de beslissing van de Rechtbank.