ECLI:NL:HR:2011:BP2741
Hoge Raad
- Cassatie
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 5 februari 2010 werd uitgesproken in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1962. De verdachte was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Noord-Holland Noord, locatie Amerswiel' te Heerhugowaard. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden. De schriftuur met middelen van cassatie is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Een aanvulling op de schriftuur is te laat ingediend bij de griffie van de Hoge Raad, waardoor de Hoge Raad hier geen acht op kan slaan. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de middelen van cassatie niet tot cassatie kunnen leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft daarom besloten het beroep te verwerpen. Het arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren C.H.W.M. Sterk en M.A. Loth, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en is uitgesproken op 22 maart 2011.