ECLI:NL:HR:2011:BP3060
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatie van belastingaanslagen en beschikking Wet waardering onroerende zaken door gemeente Rotterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 februari 2011 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam (hierna: het College). Het College had cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 24 februari 2010, met nummer BK-09/00262. Deze uitspraak betrof belastingaanslagen die aan X B.V. te Z waren opgelegd in het kader van de onroerendezaakbelastingen, alsook een beschikking die ten aanzien van de belanghebbende was genomen op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand is gebleven. Dit arrest is ook relevant in het kader van een ander arrest, te weten 10/01397, dat gelijktijdig is gewezen. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de toepassing van de belastingwetgeving en de waarderingsregels zoals vastgelegd in de Wet WOZ, en biedt daarmee duidelijkheid over de rechtspositie van de betrokken partijen.