ECLI:NL:HR:2011:BP9900
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over profijtontneming en het Salduz-verweer in strafzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 april 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met zaaknummer 09/01950 P. De zaak betreft de profijtontneming van een verdachte, die in hoger beroep was veroordeeld door het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte had een verklaring afgelegd tegenover de politie zonder voorafgaand overleg met een advocaat, wat in strijd is met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De verdediging voerde aan dat deze verklaring niet gebruikt mocht worden in de ontnemingsprocedure, omdat de verdachte niet in de gelegenheid was gesteld om een advocaat te raadplegen. De Hoge Raad herhaalde de relevante overwegingen uit eerdere jurisprudentie en oordeelde dat een verklaring die in strijd met het EVRM is verkregen, niet kan worden gebruikt voor bewijs, zelfs niet als de verdachte later een soortgelijke verklaring aflegt na raadpleging van een advocaat. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, omdat het Hof ten onrechte de verklaring van de verdachte had gebruikt voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling.