ECLI:NL:HR:2011:BQ0050
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek in strafzaak met geweldpleging en diefstal
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1985 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Veenhuizen', had beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Hof, waarin het verzoek tot het horen van getuigen werd afgewezen. De raadsman van de verdachte, mr. R.J. Baumgardt, had verzocht om getuigen te horen die konden verklaren over de rol van de verdachte tijdens de gepleegde feiten, waaronder een medeverdachte. Het Hof oordeelde dat de noodzaak tot het oproepen van deze getuigen niet was gebleken, wat door de Hoge Raad als onvoldoende begrijpelijk werd aangemerkt.
De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van de tenlasteleggingen en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor herbehandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de afwijzing van het getuigenverzoek onvoldoende met redenen was omkleed, en dat het Hof niet had aangetoond dat het horen van de getuigen niet noodzakelijk was voor een eerlijke rechtsgang. De uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces, waarbij de verdediging de mogelijkheid moet hebben om relevante getuigen te horen die mogelijk invloed kunnen hebben op de uitkomst van de zaak.