Hoge Raad
Op 8 april 2011 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X te Z behandeld, dat gericht was tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 mei 2010, met nummer 06/00426. Deze zaak betrof een beschikking op basis van de Wet waardering onroerende zaken, evenals de aan X opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit kan duiden op een afwijzing van het cassatieberoep, waarbij de Hoge Raad oordeelt dat er geen aanleiding is om de uitspraak van het Gerechtshof te herzien. De uitspraak van het Gerechtshof had betrekking op de waardering van onroerende zaken en de daaruit voortvloeiende belastingaanslagen, wat een belangrijk aspect is binnen het bestuursrecht en belastingrecht. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de betrokken partijen en kan ook implicaties hebben voor toekomstige zaken die vergelijkbare juridische vragen oproepen.