ECLI:NL:HR:2011:BQ0507
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verhouding tussen exoneratiebepalingen en uitleg overeenkomst in het verbintenissenrecht
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Reaal Schadeverzekeringen N.V. en Monarch Nederland B.V. over de uitleg van een overeenkomst en de verhouding tussen exoneratiebepalingen. De Hoge Raad heeft op 24 juni 2011 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, die volgde op eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Reaal had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat op 18 augustus 2009 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest, die aan de uitspraak zijn gehecht. De zaak is behandeld door de advocaten van beide partijen, waarbij de advocaat van Reaal, mr. M. Ynzonides, en de advocaat van Monarch, mr. B.T.M. van der Wiel, betrokken waren. De conclusie van de Advocaat-Generaal, M.H. Wissink, strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep van Reaal verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.445,34.