ECLI:NL:HR:2011:BQ0771
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- C.H.W.M. Sterk
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Haarlem met betrekking tot motorrijtuigverzekering
Op 24 mei 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningszaak met nummer 10/02084 H. De zaak betreft een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank te Haarlem, dat op 21 augustus 2007 was uitgesproken. De aanvrager, geboren in 1982 en wonende te [woonplaats], was veroordeeld tot hechtenis voor de duur van twee weken en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twee maanden. De veroordeling was gebaseerd op het niet sluiten en in stand houden van een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen voor een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs was afgegeven.
De aanvrage tot herziening is ingediend door mr. D.I. van Wel, advocaat te Hellevoetsluis. De aanvrager stelde dat er sprake was van een omstandigheid als bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder 2° van het Wetboek van Strafvordering, namelijk een persoonverwisseling. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren en heeft verzocht om de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvrage vermelde uitspraak.
De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening gegrond verklaard en bevolen dat, voor zover nodig, de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Kantonrechter wordt opgeschort of geschorst. Tevens is de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam, zodat deze opnieuw kan worden behandeld en afgedaan conform artikel 467, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van herzieningsverzoeken, vooral in gevallen waar de juistheid van de eerdere veroordeling ter discussie staat.