ECLI:NL:HR:2011:BQ3635

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/03379
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • H.A.G. Splinter-van Kan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de redelijke termijn in cassatie en vermindering van de straf

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden, dat op 18 augustus 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1970, had beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij hij een gevangenisstraf van zes maanden was opgelegd. De verdediging, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Boksem, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.

De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het arrest, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en heeft verzocht om vermindering van de straf. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend met betrekking tot de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad heeft de gevangenisstraf verminderd tot vijf maanden en drie weken, en het beroep voor het overige verworpen.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het tweede middel, dat betrekking had op de schending van de redelijke termijn in de cassatiefase, gegrond was. Dit was het gevolg van het feit dat de stukken te laat door het Hof waren ingezonden. De Hoge Raad oordeelde dat de overschrijding van de redelijke termijn aanleiding gaf tot vermindering van de straf. De beslissing van de Hoge Raad is genomen in het belang van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, waarbij het eerste middel niet tot cassatie leidde en geen verdere motivering behoefde.

De uitspraak van de Hoge Raad is gewezen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met raadsheren J.P. Balkema en H.A.G. Splinter-van Kan, en is uitgesproken in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

28 juni 2011
Strafkamer
nr. 09/03379
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 18 augustus 2009, nummer 24/000476-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. Boksem, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het arrest, maar alleen wat betreft de strafoplegging, tot vermindering van de straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel behelst de klacht dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
3.2. Het middel is gegrond. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van zes maanden.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze vijf maanden en drie weken beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 28 juni 2011.