ECLI:NL:HR:2011:BQ4779

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04075 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • H.A.G. Splinter-van Kan
  • M.A. Loth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam

Op 17 mei 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/04075 H, waarin een aanvrage tot herziening werd behandeld. De aanvrage was ingediend door mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht, namens de aanvrager, geboren in 1973. De herziening betrof een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 8 februari 2010 was gegeven en waarin het hoger beroep van de verdachte tegen een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Utrecht van 14 januari 2010 buiten behandeling was gelaten. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de beschikking waartegen herziening werd gevraagd, niet kan worden aangemerkt als een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Hierdoor kon de aanvrage niet worden ontvangen, en heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

17 mei 2011
Strafkamer
nr. 10/04075 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 8 februari 2010, nummer 21/000195-10, ingediend door mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats].
1. De beschikking waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft beslist dat het door de verdachte ingestelde hoger beroep tegen het vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Utrecht van 14 januari 2010 buiten behandeling wordt gelaten.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
3.1. Art. 457, eerste lid, Sv, luidt, voor zover voor de beoordeling van de aanvrage van belang, als volgt:
"Herziening van eene in kracht van gewijsde gegane einduitspraak houdende veroordeling, kan worden aangevraagd:
1°. (...)
2°. (...)
3°. (...)"
3.2. De aanvrage zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat de beschikking niet is een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvrage kan derhalve niet worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 17 mei 2011.