ECLI:NL:HR:2011:BQ5692
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van klaagschrift inzake inbeslaggenomen voorwerpen na termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om een klaagschrift dat is ingediend door de klager, die in 1965 is geboren en woont in [woonplaats]. Het klaagschrift betreft inbeslaggenomen voorwerpen en is ingediend op 10 juli 2009, terwijl de vervolgde zaak op 13 januari 2009 tot een einde is gekomen. De Rechtbank te Maastricht had de klager niet-ontvankelijk moeten verklaren in zijn klaagschrift, omdat er meer dan drie maanden waren verstreken sinds de beëindiging van de zaak. De Hoge Raad heeft de beschikking van de Rechtbank vernietigd en de klager alsnog niet-ontvankelijk verklaard in zijn klaagschrift. De Advocaat-Generaal, mr. Hofstee, had geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden beschikking zou moeten vernietigen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Rechtbank heeft miskend dat het klaagschrift niet-ontvankelijk is op het moment dat het na de termijn van drie maanden wordt ingediend. De beslissing van de Hoge Raad is genomen in raadkamer en uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting op 24 mei 2011.