ECLI:NL:HR:2011:BQ7060

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02139
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onafhankelijkheid van de psychiater in het kader van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

In deze zaak gaat het om de vraag of de psychiater die het in artikel 5 lid 1 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) voorgeschreven onderzoek heeft verricht, onafhankelijk is. De zaak is aanhangig gemaakt door de betrokkene, die thans verblijft in het psychiatrisch ziekenhuis GGZ Breburg te Waalwijk. De betrokkene heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Breda van 18 maart 2011, waarin de rechtbank oordeelde over de rechtmatigheid van de opname van de betrokkene. De officier van justitie in het arrondissement Breda is als verweerder in cassatie opgetreden, maar heeft geen verweerschrift ingediend.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de onafhankelijkheid van de psychiater en of de juiste maatstaf is aangelegd in de eerdere procedure. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekte tot verwerping van het beroep, en de advocaat van de betrokkene heeft hierop gereageerd. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. De beschikking is openbaar uitgesproken op 17 juni 2011 door de raadsheren, waarbij de voorzitter A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel betrokken waren, en de uitspraak werd gedaan door raadsheer E.J. Numann.

Uitspraak

17 juni 2011
Eerste Kamer
11/02139
TT/RM
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Betrokkene],
wonende te [woonplaats], thans verblijvende in het psychiatrisch ziekenhuis GGZ Breburg te Waalwijk,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT BREDA,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 232338/FA RK 11-1132 van de rechtbank Breda van 18 maart 2011.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van betrokkene heeft bij brief van 9 juni 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 17 juni 2011.