ECLI:NL:HR:2011:BQ7600

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04059
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over WOZ-waarde en grenzen van het geschil in hoger beroep

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juni 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de waardering van onroerende zaken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, een natuurlijke persoon, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarden van zijn onroerende zaken gelegen aan de a-straat 3-111 en 3-113 in Zeewolde voor het tijdvak van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007. De heffingsambtenaar handhaafde de waarden na bezwaar, maar de Rechtbank Zwolle-Lelystad verklaarde de beroepen van de belanghebbende gegrond en verlaagde de waarden. Hierop heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, dat de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en de waarden opnieuw vaststelde.

De Hoge Raad oordeelde dat het Hof buiten de grenzen van het geschil was getreden door de WOZ-waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 3-113 vast te stellen op € 120.000, terwijl de heffingsambtenaar had gepleit voor een waarde van € 116.000. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, en bevestigde de uitspraak van de Rechtbank. Tevens gelastte de Hoge Raad dat de gemeente Zeewolde het griffierecht van € 111 aan de belanghebbende vergoedt. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor de rechterlijke instanties om binnen de grenzen van het geschil te blijven en de rol van de heffingsambtenaar in het proces.

Uitspraak

Nr. 10/04059
10 juni 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 27 juli 2010, nr. 09/00125, betreffende beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken.
1. Het geding in feitelijke instanties
Ten aanzien van belanghebbende is bij in één geschrift vervatte beschikkingen de waarde van de onroerende zaken a-straat 3-111 (thans: 3 A13) en a-straat 3-113 (thans: 3 A17) te Z voor het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007 vastgesteld.
Na door belanghebbende daartegen gemaakt bezwaar heeft het hoofd van de afdeling Bedrijfsvoering van de gemeente Zeewolde (hierna: de heffingsambtenaar) bij in één geschrift vervatte uitspraken de beschikkingen gehandhaafd.
De Rechtbank Zwolle-Lelystad (nrs. Awb 08/298 en 08/299) heeft de tegen die uitspraken ingestelde beroepen gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd en de waarden van de onroerende zaken verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd en de waarden van de onroerende zaken verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de middelen
3.1. De waarde van de onroerende zaak a-straat 3-113 (hierna: de onroerende zaak) was door de Rechtbank verlaagd van € 126.00 tot € 116.000. Naar aanleiding van het hoger beroep van belanghebbende heeft het Hof de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en onder meer de waarde van de onroerende zaak verminderd tot € 120.000.
3.2. Zoals het Hof in onderdeel 3.3 van zijn uitspraak heeft vastgesteld, heeft de heffingsambtenaar zich (primair) op het standpunt gesteld dat de uitspraak van de Rechtbank moet worden bevestigd, in die zin dat de waarde van de onroerende zaak moet worden bepaald op € 116.000. Door desalniettemin te oordelen dat de waarde van de onroerende zaak moet worden vastgesteld op € 120.000, is het Hof buiten de grenzen van het geschil in hoger beroep getreden. Middel 1 slaagt in zoverre.
3.3. De middelen kunnen voor het overige niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen in zoverre niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3.4. 's Hofs uitspraak kan niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten,
bevestigt de uitspraak van de Rechtbank, en
gelast dat de gemeente Zeewolde aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie betaalde griffierecht ten bedrage van € 111.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren J.W.M. Tijnagel, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2011.