2.2.2. Het Hof heeft de verdachte te dier zake veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaren. Het heeft ten aanzien van de strafoplegging het volgende overwogen:
"De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft samen met een ander midden in de nacht met een auto, waarop zwaailichten waren bevestigd een taxichauffeur gedwongen zijn auto tot stilstand te brengen op de vluchtstrook van een snelweg; vervolgens heeft hij de auto en de goederen van de passagiers van de taxichauffeur meegenomen. Daarbij is er grof geweld gebruikt; één van de passagiers is geslagen door de medeverdachte en de taxichauffeur is in zijn been geschoten door de verdachte. Daarna zijn de inzittenden van die taxi op de snelweg achtergelaten.
Aldus heeft de verdachte een zeer ernstig vermogens- en geweldsdelict gepleegd waarbij hij inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van de taxichauffeur en zijn passagiers. Het voorval heeft de taxichauffeur zoveel angst aangejaagd, dat hij zijn verklaringen niet wilde ondertekenen uit angst voor represailles. Tot slot brengt een dergelijk feit ook bij burgers in het algemeen angstgevoelens en gevoelens van onveiligheid teweeg en kan het ook de verkeersveiligheid in gevaar brengen.
Ten tijde van de aanhouding van de verdachte en zijn medeverdachte werden in de auto van de verdachte twee vuurwapens en bijpassende munitie aangetroffen. De verdachte was daartoe niet bevoegd. Het ongecontroleerde bezit van dergelijke wapens is zeer onwenselijk, in het bijzonder omdat het voorhanden hebben van een dergelijk wapen drempelverlagend werkt voor het toepassen van ernstig geweld. Dit wordt onderstreept door het stijgend aantal slachtoffers van vuurwapengeweld en ook geïllustreerd door het onder 1 bewezenverklaarde. Tegen het onbevoegde bezit dient derhalve krachtig te worden opgetreden.
Ten nadele van de verdachte weegt mee dat hij blijkens een hem betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 28 september 2010 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, waaronder een ander geweldsdelict, en een eerdere overtreding van de Wet Wapens en munitie. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen. Met name de eerdere veroordeling voor het geweldsdelict, waarvoor hij onder meer tot een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf is veroordeeld en waarvan hij nog niet lang op vrije voeten zal zijn geweest, rekent het hof de verdachte zwaar aan.
Het hof is van oordeel dat de in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde straf geen recht doet aan de ernst van de feiten in combinatie met de persoon van de verdachte. In aanmerking genomen dat de verdachte het slachtoffer heeft gedwongen te stoppen op de openbare snelweg met alle veiligheidsrisico's van dien, dat hij daar heeft geschoten en daarbij het slachtoffer heeft geraakt, dat hij ook later bij zijn aanhouding (wederom) wapens voorhanden heeft gehad en dat hij eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld, is het hof van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt. Het feit dat de verdachte van het onder 2 tenlastegelegde is vrijgesproken, is voor het hof geen aanleiding een lagere straf op te leggen, nu dit een technische vrijspraak is en de ernst van de resterende feiten de op te leggen straf ruimschoots rechtvaardigen."