ECLI:NL:HR:2011:BR0383

Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04803
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • Hoge Raad der Nederlanden
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep in cassatie inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. Het Gerechtshof had op 23 september 2010 uitspraak gedaan in de zaak met nummer P04/02752, waarin het ging om navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting voor de jaren 1990 tot en met 2000. De navorderingsaanslagen betroffen niet alleen de belastingbedragen zelf, maar ook de verhogingen en boetebeschikkingen die aan de belanghebbende waren opgelegd, evenals de beschikkingen inzake heffingsrente. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de belanghebbende tegen de eerdere uitspraak van het Gerechtshof. Dit heeft tot gevolg dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft en de navorderingsaanslagen, alsook de daarbij behorende verhogingen en boetes, gehandhaafd blijven. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de cassatieprocedure en de ontvankelijkheid van cassatieberoepen in belastingzaken verduidelijkt.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 september 2010, nr. P04/02752, betreffende aan belanghebbende over de jaren 1990 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de over de jaren 1991 tot en met 2000 opgelegde navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting, de in die navorderingsaanslagen begrepen verhogingen respectievelijk de boetebeschikkingen, alsmede de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.