ECLI:NL:HR:2011:BR0409
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging ouderlijk gezag en ondertoezichtstelling van een minderjarige
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 september 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de wijziging van het ouderlijk gezag en de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De moeder, wonende in Rusland, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te 's-Gravenhage, die op 17 maart 2010 was gegeven. De vader, ook betrokken in de procedure, heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank 's-Gravenhage en het gerechtshof, die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak.
De Hoge Raad heeft de klachten van de moeder in het cassatierekest beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft in zijn conclusie ook tot verwerping van het principale beroep geadviseerd. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten geen nadere motivering behoeven, omdat ze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Aangezien het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk incidentele beroep van de vader niet aan de orde.
De beschikking van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de zaak is afgesloten met de verwerping van het beroep. Deze uitspraak heeft implicaties voor de betrokken partijen en de rechtspraktijk met betrekking tot ouderlijk gezag en ondertoezichtstelling.