ECLI:NL:HR:2011:BR2065
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 30 maart 2010 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1952 en wonende te [woonplaats], heeft het cassatieberoep ingesteld via zijn advocaat, mr. J. Kuijper. De advocaat heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Het arrest is gewezen door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en M.A. Loth, en is uitgesproken op 27 september 2011. De waarnemend griffier E. Schnetz was aanwezig bij de uitspraak.