ECLI:NL:HR:2011:BR2982
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- H.A.G. Splinter-van Kan
- M.A. Loth
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof 's-Gravenhage in strafzaak
Op 11 oktober 2011 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 10/02651. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, geboren in 1967, die woonachtig is te [woonplaats]. De advocaat van de verdachte, mr. M.B. Brouwer, heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. Deze schriftuur is aan het arrest gehecht en maakt daar deel van uit. De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet tot cassatie kan leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, er geen nadere motivering nodig was, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De uitspraak is een bevestiging van de eerdere beslissing van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 18 mei 2010 uitspraak deed in deze strafzaak.