ECLI:NL:HR:2011:BR2990
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- W.A.M. van Schendel
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over strafmotivering bij drugshandel door coffeeshophouder
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, een coffeeshophouder, was veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, waarbij hij een grote hoeveelheid hasj en hennep voorhanden had. Het Hof had de verdachte een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd hoe de straatwaarde van de aangetroffen drugs tot een bedrag van minstens € 200.000,- was gekomen. Dit was een essentieel onderdeel van de strafmotivering, en de Hoge Raad vond dat het Hof dit nader had moeten onderbouwen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen ten aanzien van de opgelegde straf, en tot terugwijzing van de zaak naar het Hof voor herbehandeling. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling van het bestaande hoger beroep. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, waarmee de eerdere veroordeling in stand bleef, maar de straf opnieuw moest worden beoordeeld.