ECLI:NL:HR:2011:BR5214
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding na mislukte sterilisatie en geneeskundige behandelingsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door [eiser] c.s. tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een schadevergoedingsvordering naar aanleiding van een mislukte sterilisatie, die is uitgevoerd in het kader van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank Zutphen en arresten van het gerechtshof te Arnhem. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier gevolgd, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] zijn begroot op € 385,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Het arrest is openbaar uitgesproken op 21 oktober 2011.