ECLI:NL:HR:2011:BR5216
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid voor asbestvervuiling en verjaringstermijnen in civiel recht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de aansprakelijkheid van Nefalit B.V. voor schade die is ontstaan door het in verkeer brengen van asbesthoudende golfplaten. De zaak is ontstaan na het overlijden van [betrokkene 1], die in de jaren '70 asbestcement golfplaten heeft verwerkt. De erven van [betrokkene 1] hebben Nefalit aansprakelijk gesteld voor de schade die voortvloeit uit de blootstelling aan asbeststof, die heeft geleid tot de diagnose van (maligne) mesothelioom en uiteindelijk tot het overlijden van [betrokkene 1]. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de vraag of de vordering van de erven was verjaard en of de verjaringstermijn van toepassing was op basis van artikel 3:310 van het Burgerlijk Wetboek.
De Hoge Raad oordeelde dat de verjaringstermijn van dertig jaar van toepassing was, omdat asbest een bijzonder gevaar voor de gezondheid oplevert, zoals bedoeld in artikel 6:175 BW. De Hoge Raad bevestigde dat de vordering van de erven niet was gebaseerd op artikel 6:175, maar op onrechtmatige daad, en dat dit niet betekende dat artikel 3:310 lid 2 niet van toepassing was. De Hoge Raad verwierp het beroep van Nefalit en oordeelde dat de erven voldoende voortvarendheid hadden betracht in hun onderzoek naar de aansprakelijke partij. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het in verkeer brengen van gevaarlijke stoffen en de lange verjaringstermijnen die van toepassing kunnen zijn in dergelijke gevallen.
De Hoge Raad heeft Nefalit veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 491,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de aansprakelijkheid van producenten van gevaarlijke stoffen en de rechten van slachtoffers en hun erven.