ECLI:NL:HR:2011:BT2107
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de openbaarheidsvereisten bij uitspraak en aanwezigheid van de Advocaat-Generaal
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarbij de verdachte in hoger beroep was veroordeeld. De Hoge Raad behandelt twee middelen van cassatie. Het eerste middel betreft de vraag of de uitspraak van het Hof in het openbaar is gedaan. De Hoge Raad oordeelt dat het proces-verbaal van de terechtzitting voldoende bewijs biedt dat de uitspraak op een openbare zitting heeft plaatsgevonden. De klacht van de verdachte dat dit niet blijkt uit de stukken, wordt verworpen omdat het middel feitelijke grondslag mist.
Het tweede middel betreft de aanwezigheid van de Advocaat-Generaal bij de uitspraak. De Hoge Raad stelt vast dat de wet geen nietigheid verbindt aan het ontbreken van de AG bij de uitspraak, en dat de verdachte geen rechtens te respecteren belang heeft bij deze klacht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie om deze conclusie te onderbouwen.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep in cassatie, waarbij de uitspraak op 15 november 2011 openbaar is gedaan. De beslissing is genomen door de vice-president en twee raadsheren, met de griffier aanwezig. De zaak benadrukt het belang van de openbaarheidsvereisten in het strafrecht en de rol van de Advocaat-Generaal in het proces.