Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, woonachtig te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. Het Gerechtshof had op 19 oktober 2010 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 10/00113, waarin het ging om een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Daarnaast was er een boetebeschikking en een beschikking inzake heffingsrente aan de orde. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan, wat gebruikelijk is in gevallen waarin de rechtsvraag niet voor verdere behandeling in aanmerking komt. De uitspraak van de Hoge Raad heeft gevolgen voor de betrokken partijen, met name voor de belastingplichtige die in beroep was gegaan tegen de eerdere beslissingen van de belastingautoriteiten. De zaak illustreert de procedurele aspecten van het cassatierecht en de rol van de Hoge Raad in het Nederlandse rechtssysteem.