ECLI:NL:HR:2011:BT2361
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 september 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, woonachtig te Z, tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Haarlem. De Rechtbank had op 31 augustus 2010 uitspraak gedaan in de zaak met nummer AWB 10/36, waarin het ging om de aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2007. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de belanghebbende tegen de eerdere uitspraak van de Rechtbank. De beslissing van de Hoge Raad houdt in dat de eerdere uitspraak van de Rechtbank in stand blijft, en dat de belanghebbende geen verdere rechtsmiddelen kan aanwenden in deze zaak. Deze uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid van cassatieberoepen en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden ingediend.