Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 oktober 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. Het beroep in cassatie was ingesteld door X1, X2 en X3, allen gevestigd te Z, tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 27 april 2011. Deze uitspraak betrof het hoger beroep van de belanghebbenden tegen eerdere uitspraken van de voorzieningenrechter van de Rechtbank te Almelo. De Rechtbank had in deze eerdere uitspraken, genummerd 10/1350 tot en met 10/1352 en 11/6 tot en met 11/8, besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, die waren genomen op basis van de Werkloosheidswet, beoordeeld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit kan gebeuren wanneer de Hoge Raad van oordeel is dat de zaak geen verdere behandeling behoeft, bijvoorbeeld omdat de rechtsvraag reeds voldoende is beantwoord in eerdere uitspraken of omdat de zaak niet voor verdere behandeling in aanmerking komt. De uitspraak van de Hoge Raad heeft daarmee gevolgen voor de betrokken partijen, die hun rechtspositie moeten heroverwegen in het licht van deze beslissing.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtsontwikkeling op het gebied van het bestuursrecht en belastingrecht, en biedt inzicht in de toepassing van de Werkloosheidswet en de rol van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in dit kader. De uitspraak is gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2011:BT6796 en is toegankelijk via rechtspraak.nl.