ECLI:NL:HR:2011:BT8459
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij tekortkoming in nakoming van een voorovereenkomst
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen eiser, wonende in Israël, en UNP Holdings B.V., gevestigd in Amsterdam. De zaak betreft een geschil over schadevergoeding als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van een voorovereenkomst. Eiser heeft eerder in de feitelijke instanties verschillende vonnissen en arresten aangevochten, waaronder vonnissen van de kantonrechter en de rechtbank Amsterdam, en een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad verwijst naar deze eerdere uitspraken voor het verloop van het geding.
Eiser heeft beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof van 12 januari 2010, waarin UNP betoogde dat eiser niet in het cassatieberoep moest worden ontvangen. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Eiser heeft hierop gereageerd, maar de Hoge Raad heeft de klachten in het middel niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelt dat de aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling oproepen.
De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.462,34. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven, en de uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de nakoming van voorovereenkomsten en de daaraan verbonden schadevergoedingen.