ECLI:NL:HR:2011:BU1709
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking inzake alimentatie en wijziging van omstandigheden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een verzoek tot wijziging van alimentatie. De vrouw, verzoekster tot cassatie, had in eerste aanleg verzocht om de alimentatiebijdrage van de man voor hun kinderen te verhogen. De rechtbank had de bijdrage vastgesteld op € 376,35 per kind per maand, maar de man had hoger beroep ingesteld en verzocht om zijn bijdrage op nihil te stellen. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft de verzoeken van beide partijen afgewezen, waarbij het hof oordeelde dat de vrouw niet had aangetoond dat er sprake was van een grove miskenning van de wettelijke maatstaven.
De Hoge Raad heeft in cassatie geoordeeld dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de vrouw niet had aangetoond dat de alimentatiebijdrage niet meer aan de wettelijke maatstaven voldeed. De Hoge Raad verduidelijkt dat op basis van artikel 1:401 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek een rechterlijke uitspraak of overeenkomst betreffende levensonderhoud kan worden gewijzigd wanneer deze door een wijziging van omstandigheden niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet, zonder dat er sprake hoeft te zijn van een grove miskenning van die maatstaven bij het aangaan van de overeenkomst. De Hoge Raad heeft de beschikking van het gerechtshof vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing.