ECLI:NL:HR:2011:BU6993
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en vermogensbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Dit beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 20 januari 2011 was gedaan in de zaak met nummer P04/02813. De kwestie betrof navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en in de vermogensbelasting (VB). Daarnaast waren er beschikkingen gegeven met betrekking tot verhogingen, boetes en heffingsrente. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie (RO), wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder verdere inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit houdt in dat de Hoge Raad de uitspraak van het Gerechtshof bevestigt, zonder dat er een uitgebreide motivering of nieuwe beoordeling van de feiten en omstandigheden plaatsvond. De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het bevestigt dat de eerdere beslissingen van het Gerechtshof standhouden en dat de belastingplichtige in deze zaak niet in het gelijk is gesteld.