ECLI:NL:HR:2011:BU7838
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 december 2011 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, wonende te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. Het Gerechtshof had op 3 maart 2011 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 04/02828, waarin het ging om navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en in de vermogensbelasting (VB). De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit houdt in dat de Hoge Raad de beslissing van het Gerechtshof in stand heeft gelaten. De zaak betreft ook de beschikkingen die zijn gegeven inzake verhogingen, boetes en heffingsrente die verband houden met de navorderingsaanslagen. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de betrokken belastingplichtige en de wijze waarop navorderingsaanslagen worden behandeld in het bestuursrecht en belastingrecht.