ECLI:NL:HR:2011:BU8267
Hoge Raad
- Cassatie
- C. Schaap
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof inzake de berekening van de voortzettingswaarde van een onderneming in het recht van successie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een conserverende aanslag in het recht van successie. De belanghebbende, die een derde gedeelte van de nalatenschap van de overleden A heeft verkregen, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag die door de Inspecteur was opgelegd. De Rechtbank te Arnhem heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag vernietigd, maar de Inspecteur ging in hoger beroep bij het Gerechtshof. Het Gerechtshof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd, maar de Hoge Raad heeft deze uitspraak later vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelt dat de voortzettingswaarde van de onderneming, die in de agrarische sector actief is, moet worden berekend met inachtneming van de discounted cash flow-methode. De belanghebbende had de waarde van de onderneming berekend zonder rekening te houden met de restwaarde van het productiequotum, wat door het Hof werd verworpen. De Hoge Raad stelt dat de restwaarde van het productiequotum wel degelijk in aanmerking moet worden genomen bij de waardering van de onderneming, en dat het Hof dit heeft miskend. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak terug, zodat het verwijzingshof kan onderzoeken of er een kans is dat het productiequotum na 15 jaar nog een restwaarde heeft, en deze in de berekening van de voortzettingswaarde kan worden meegenomen.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten.