ECLI:NL:HR:2012:BT1758
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van vrijspraak in moordzaak door de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was vrijgesproken van de moord op zijn echtgenote, die op 6 april 2007 in Tilburg met negen messteken om het leven was gebracht. De Rechtbank had geoordeeld dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden, omdat de voordeur en de achterdeur van de woning slotvast waren afgesloten, wat de mogelijkheid uitsloot dat de verdachte de woning had verlaten zonder deze af te sluiten. Het Hof had deze vrijspraak bevestigd, maar de Hoge Raad oordeelde dat de motivering van de vrijspraak niet begrijpelijk was. Het Hof had namelijk de achterdeur zowel als slotvast afgesloten als onafgesloten aangemerkt, wat tegenstrijdig was. De Hoge Raad concludeerde dat de bevindingen van het opsporingsonderzoek en de technische onderzoeken de mogelijkheid openlieten dat een onbekende dader de woning had betreden en de moord had gepleegd. Daarom vernietigde de Hoge Raad de uitspraak van het Hof en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De uitspraak benadrukt het belang van een consistente en begrijpelijke motivering in strafzaken, vooral wanneer het gaat om vrijspraken in ernstige misdrijven zoals moord.