ECLI:NL:HR:2012:BU6921
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vrijspraak van onttrekking aan wettig gezag van minderjarige
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk onttrekken van een minderjarige aan het wettig gezag. Het Hof had de verdachte vrijgesproken, omdat niet kon worden vastgesteld wie in de ten laste gelegde periode wettig gezag of desbevoegd opzicht over het kind uitoefende. De Hoge Raad oordeelde dat de vrijspraak niet getuigde van een onjuiste uitleg van artikel 279, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad bevestigde dat voor bewezenverklaring vereist is dat de verdachte de minderjarige heeft onttrokken aan het wettig gezag of opzicht van degene die dat gezag desbevoegd uitoefent. De Hoge Raad verwierp de middelen van de verdachte en de Advocaat-Generaal, die stelden dat het niet-naleven van het Haags Adoptieverdrag zou betekenen dat er sprake was van onttrekking. De Hoge Raad oordeelde dat deze opvatting onjuist was, omdat de enkele omstandigheid dat het kind buiten de officiële adoptieprocedure om naar Nederland was gebracht, niet automatisch leidt tot de conclusie dat het kind aan wettig gezag was onttrokken. De Hoge Raad concludeerde dat de vrijspraak van het Hof terecht was en dat de middelen faalden.