ECLI:NL:HR:2012:BU7647
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak met betrekking tot geldboete en vervangende hechtenis
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 april 2009 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1956 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Flevoland', heeft beroep ingesteld tegen de opgelegde straf. De advocaat van de verdachte, mr. P.A. van der Waal, heeft middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, specifiek wat betreft de hoogte van de opgelegde geldboete en de duur van de vervangende hechtenis, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend met betrekking tot de hoogte van de geldboete en de duur van de vervangende hechtenis. De geldboete is verminderd tot € 1.200,- en de duur van de vervangende hechtenis is vastgesteld op 23 dagen. Het beroep is voor het overige verworpen. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling ook aandacht besteed aan de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), en heeft vastgesteld dat deze termijn in de cassatiefase is overschreden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de opgelegde geldboete te verminderen, gezien de vertraging die meer dan twaalf maanden heeft geduurd.
De uitspraak is gedaan door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, samen met de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.F. Groos, en is op 27 maart 2012 openbaar gemaakt.