ECLI:NL:HR:2012:BU8818
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake AOW-kwesties
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, die op 12 augustus 2011 had geoordeeld over een aantal AOW-kwesties. De Centrale Raad van Beroep had eerder uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de Rechtbank te Utrecht, die betrekking had op besluiten van de Sociale Verzekeringsbank. De Rechtbank had in deze zaken, genummerd 08/451, 08/454, 08/455 en 08/456, beslissingen genomen die door belanghebbende waren aangevochten. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoud van de zaak, omdat er geen grond is om het beroep te aanvaarden. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep blijft daardoor in stand, evenals de eerdere beslissingen van de Rechtbank.