ECLI:NL:HR:2012:BU9887
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens gebrek aan ondertekening door advocaat
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 januari 2012 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. H. Brouwer, had op 25 oktober 2011 een verzoekschrift ingediend bij de Hoge Raad. Dit verzoekschrift was echter niet ondertekend door een advocaat die bevoegd was om bij de Hoge Raad op te treden, zoals vereist volgens artikel 426a lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad heeft vastgesteld dat dit gebrek niet binnen de gestelde termijn van twee weken was hersteld, ondanks dat de mogelijkheid daartoe bestond. De advocaat had de gelegenheid om een correct exemplaar van het verzoekschrift in te dienen, maar dit is niet gebeurd. Hierdoor kon de Hoge Raad niet anders dan de verzoeker niet-ontvankelijk verklaren in zijn cassatieberoep. De uitspraak is gedaan in het kader van civiel recht en betreft een verzoekschriftprocedure. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer was eveneens gericht op de niet-ontvankelijkheid van de verzoeker. De zaak is verder behandeld in het openbaar, waarbij de Hoge Raad verwees naar eerdere uitspraken ter onderbouwing van zijn beslissing. Het arrest is gepubliceerd en is te vinden op de website van de rechtspraak.