ECLI:NL:HR:2012:BV1478
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- W.D.H. Asser
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vervangende toestemming voor gezamenlijk gezag en omgangsregeling door spermadonor
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 januari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door een spermadonor, aangeduid als de man, tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam. De man verzocht om vervangende toestemming voor gezamenlijk gezag en om een omgangsregeling met betrekking tot het kind, zoals bedoeld in artikel 1:204 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De moeder, die ook betrokken was in deze procedure, heeft verzocht het beroep van de man te verwerpen. De advocaat van de man was mr. D. Regts, terwijl de moeder werd bijgestaan door mr. E.H. van Staden ten Brink.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Amsterdam en het gerechtshof, die in deze zaak relevant zijn. De rechtbank had eerder beslissingen genomen in de zaak, en het hof had op 15 juni 2010 een beschikking gegeven die door de man werd bestreden in cassatie. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent was om het beroep van de man te verwerpen.
De Hoge Raad heeft de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet tot cassatie konden leiden en dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de man verworpen, en deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.