ECLI:NL:HR:2012:BV2143

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/04464
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevrijding van betalingsverplichting door schuldvernieuwing of contractsoverneming in huurgeschil

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 februari 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen RICOH NEDERLAND B.V. en [eiseres]. De zaak betreft een huurgeschil over apparatuur, waarbij [eiseres] in cassatie is gegaan tegen een eerder arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, waarin de betalingsachterstand van huurtermijnen aan de orde was. De kern van de zaak draait om de vraag of de betalingsverplichting van [eiseres] kon worden bevrijd door middel van schuldvernieuwing of contractsoverneming. De Advocaat-Generaal J. Wuisman heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van [eiseres] niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet relevant zijn voor de rechtsontwikkeling of rechtseenheid. De Hoge Raad heeft [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Nashuatec op nihil zijn begroot. Dit arrest is openbaar uitgesproken en vormt een belangrijke uitspraak in het civiele recht met betrekking tot huur en betalingsverplichtingen.

Uitspraak

24 februari 2012
Eerste Kamer
10/04464
EV/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P. Garretsen,
t e g e n
RICOH NEDERLAND B.V., voorheen genaamd NRG Benelux B.V., h.o.d.n. Nashuatec,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en Nashuatec.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met zaaknummer 422818 en rolnummer 8362/05 van de kantonrechter te 's-Hertogenbosch van 13 september 2007;
b. het arrest in de zaak HD 103.005.941 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 maart 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Nashuatec is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 23 december 2011 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Nashuatec begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 24 februari 2012.