Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 februari 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 maart 2011. Het Gerechtshof had eerder twee beschikkingen gedaan op basis van de Wet waardering onroerende zaken, die betrekking hadden op de aan belanghebbende opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder inhoudelijke behandeling heeft afgedaan, wat gebruikelijk is in gevallen waarin de Hoge Raad van oordeel is dat de zaak geen verdere behandeling behoeft. De uitspraak van het Gerechtshof blijft daarmee in stand, en de eerder opgelegde aanslagen blijven van kracht. Deze uitspraak is relevant voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van de waardering van onroerende zaken en de daaruit voortvloeiende belastingheffingen.