ECLI:NL:HR:2012:BV5477
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatie van erfgenamen tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 februari 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de erfgenamen van A te Z. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 18 november 2010, met nummer 04/02834. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, alsook de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder verdere inhoudelijke behandeling heeft afgedaan. Dit kan duiden op een afwijzing van het cassatieberoep, maar de exacte inhoud van de uitspraak is niet verder toegelicht in de beschikbare documentatie. De uitspraak heeft implicaties voor de erfgenamen van A te Z, die zich in deze procedure hebben verzet tegen de eerdere belastingbeslissingen. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van belastingrecht en de mogelijkheden voor erfgenamen om in beroep te gaan tegen belastingaanslagen.