ECLI:NL:HR:2012:BV7494
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie in een jeugdzaak betreffende bedreiging met een misdrijf tegen het leven
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft een jeugdige verdachte die op 10 februari 2010 in Rotterdam de mededeling deed aan een slachtoffer dat hij hem zou bedreigen met woorden die duiden op een misdrijf tegen het leven. De verdachte heeft in de aangifte en tijdens het verhoor verklaard dat hij dreigende woorden heeft geuit, waaronder: 'ik haal mijn broer en mijn pipa'. De Hoge Raad heeft de bewezenverklaring van de bedreiging met een misdrijf tegen het leven beoordeeld aan de hand van de verklaringen van het slachtoffer en een getuige. De Hoge Raad oordeelde dat de verklaringen niet onverenigbaar waren en dat de betekenis die het Hof aan de bewijsmiddelen heeft gehecht, niet onbegrijpelijk was. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het Gerechtshof in stand bleef. Dit arrest benadrukt de zorgvuldigheid van de bewijsvoering in strafzaken, vooral in jeugdcriminaliteit.