3.2.2. Deze bewezenverklaringen steunen op de volgende bewijsvoering:
"1. Het ambtsedig proces-verbaal van politie Midden en West Brabant. District Oosterhout, Team Opsporing, nr. PL203M/07-0 16393, d.d. 21 januari 2008, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1], hoofdagent van politie, en [verbalisant 2], brigadier van politie (p. 3-7 van het proces-verbaal met dossiernr, PL203M/O7-016393), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van eigen waarneming(en) en/of bevinding(en) van desbetreffende verbalisanten en/of één van hen:
In het kader van het Project [A] werd een controle geïnitieerd door de gemeente Waalwijk op het bedrijfsverzamelgebouw gelegen aan de [a-straat 1] te Waalwijk. Op 22 mei 2007 werden alle panden van het bedrijfsverzamelgebouw gecontroleerd. Door een onbekende passant ter plaatse werd gemeld dat hij het vermoeden had dat er illegale activiteiten in pand [a-straat 1] plaatsvonden. Verbalisant Nieuwenhuis heeft, nadat er op aanbellen niet werd gereageerd het dak beklommen en bemerkte dat er uit de op het dak aanwezige afvoer van pand [a-straat 1] warme lucht werd geblazen, die naar de hem ambtshalve bekende hennepgeur rook. Na binnentreden werden in de bedrijfshal drie zeecontainers aangetroffen met in elke container een in werking zijnde hennepkwekerij. In totaal werden 448 hennepplanten aangetroffen. Na telefonisch contact met de eigenaar van het bedrijfsverzamelgebouw bleek dat de bedrijfshal [a-straat 1] was verhuurd via [B] bedrijfsmakelaars te Waalwijk. Uit het door de makelaar ter hand gestelde huurcontract bleek dat de loods verhuurd was aan [C], vertegenwoordigd door [verdachte].
2. Het ambtsedig proces-verbaal van politie Midden en West Brabant, District Oosterhout, Team Opsporing, nr. PL203M/07-141014, d.d. 11 juni 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1], hoofdagent van politie, en [verbalisant 3], hoofdagente van politie (p. 13-15 van het proces-verbaal met dossiernr. PL203M/07-016393), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verdachte [verdachte]:
Via Makelaar [B] heb ik het bedrijfspand aan de [a-straat 1] gehuurd. Ik wilde een pand huren voor mijn bedrijf. Ik heb een bedrijf in de verkoop en verhuur van zeecontainers. Ik ben een huurovereenkomst aangegaan voor de periode van 3 jaar, ingaande per 2 mei 2007.
Ik heb in de week tussen 2 mei en 8 mei 2007 in de loods het kantoorgedeelte weggebroken. Ik heb vervolgens de elektriciteit aangelegd. Ik heb vanaf de meterkast een kabel langs de muur aangelegd.
Verder heb ik drie zeecontainers naar die loods gebracht. De containers waren ingericht voor de sierteelt van planten. Ik lever de containers met een complete installatie af.
Er moet een aangemeld nummer gebeld worden naar een bepaald nummer (06-20521026 en 06-20521026) om het hek te openen.
Ik heb deze loods voor mezelf gehuurd.
3. Het ambtsedig proces-verhaal van politie Midden en West Brabant, District Oosterhout, Team Opsporing nr. PL203M/07-141014, dd. 31 mei 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1], hoofdagent van politie (p. 11-12 van het proces-verbaal met dossiernr. PL203M/07-016393), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [betrokkene 1]:
Ik ben werkzaam als makelaar bij [B] Makelaardij. Ik heb als makelaar bemiddeld in de huurovereenkomst van het pand aan de [a-straat 1] te Waalwijk. [Verdachte] heeft het pand gehuurd en is naar het makelaarskantoor gekomen voor ondertekening van het huurcontract. Het huurcontract is per 1 mei 2007 ingegaan voor de duur van 3 jaren.
Op 21 mei 2007 ben ik door [verdachte] gebeld dat hij het huurcontract op naam van een andere persoon wilde zetten. Op 22 mei 2007 werd ik via ons kantoor op de hoogte gesteld dat de politie een inval had gedaan in het pand [a-straat 1] te Waalwijk en dat er een hennepkwekerij was aangetroffen. In het contract is een passage opgenomen dat onderverhuur niet is toegestaan.
4. Het ambtsedig proces-verbaal van politie Midden en West Brabant, District Oosterhout, Team Opsporing, d.d. 23 mei 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1], hoofdagent van politie (p. 35 van het proces-verbaal met dossiernr. PL203M/07-016393), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van eigen waarneming(en) en/of bevinding(en) van desbetreffende verbalisant:
Op 22 mei 2007 werd een onderzoek ingesteld in verband met een vermoedelijke overtreding van de Opiumwet in het bedrijfspand [a-straat 1] te Waalwijk. De aangeboden hoeveelheid verdovende middelen bestond uit: een monster plantendelen. De genoemde plantendelen werden door mij herkend als materiaal van het geslacht Cannabis, beter bekend als hennep.
Het aangeboden monster werd getest conform het gestelde in de "Forensisch technische norm 120.02" waarbij gebruik werd gemaakt van MMC Cannabis test. De test gaf een positieve reactie, indicatief voor Marihuana of THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hashish, vermeld op Lijst II, onderdeel b van de Opiumwet.
5. Het ambtsedig proces-verbaal van politie Midden en West Brabant, District Oosterhout, Team Waalwijk - Loon op Zand, nr. P1203G/07- 171140, d.d. 8 november 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 4], hoofdagent van politie, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [betrokkene 2]:
Ik ben mede-eigenaar, mededirecteur, van het bedrijf genaamd [D] B.V. Wij doen in beheer van onroerend goed. Onze panden in Waalwijk worden onder meer door makelaar [B], gevestigd te Waalwijk, verhuurd.
In april 2007 heeft [verdachte] contact opgenomen met [B] in verband met het huren van ons pand aan de [a-straat 1] te Waalwijk. De makelaar is met [verdachte] naar het pand gaan kijken. Op dat moment was ik samen met mijn vrouw op het terrein aanwezig. Ik heb toen ook met [verdachte] gesproken. Ik heb hem toen gevraagd wat zijn bedoeling was met het pand. Ik vraag dat eigenlijk altijd aan een huurder. Hij vertelde mij dat hij containers ombouwde tot schaftketen voor in de bouw.
Op 22 mei 2007 werd ik gebeld door een rechercheur van de politie. Hij vertelde mij dat hij mij moest hebben in verband met de Opiumwet. Ik vertelde hem eigenaar te zijn van het pand. Ik vertelde hem dat ik het pand sinds 3 weken verhuurd had.
Om het bedrijfspand is een hekwerk bevestigd. Overdag tussen 08.00 uur en 18.00 uur is het hek open en daarna kan het via een 06-nummer geopend worden.
Je kunt alleen het terrein op als ik je telefoonnummer heb ingevoerd en zij naar het nummer bellen met het ingevoerde telefoonnummer. Zo kan je ook weer van het terrein af. Het hek gaat dan niet vanzelf open.
Ik wil nog vertellen dat [verdachte] de dag voordat de kwekerij werd ontdekt contact had opgenomen met de makelaar om te vragen of het huurcontract niet op naam van iemand anders gezet kon worden. De makelaar vertelde mij dit. Ik wil nog opmerken dat in het huurcontract staat vermeld dat het pand niet onderverhuurd mag worden. Hierop staat een boete van 100 % huurverhoging.
6. Het ambtsedig proces-verbaal van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, Afdeling Cranendonck-Heeze-Leende-Maarheeze, nr. PL2202/07-058260, d.d. 22 mei 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 5], hoofdagent van politie, en [verbalisant 6], aspirant van politie (p. 20-21 van het proces-verbaal met dossiernr. PL2202/07-006407), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van eigen waarneming(en) en/of bevinding(en) van desbetreffende verbalisanten en/of één van hen:
Op 15 mei 2007 kregen wij een melding van wateroverlast in een loods gevestigd aan de [b-straat 2] te Heeze. Het water zou afkomstig zijn van de naastgelegen loods met pandnummer [b-straat 1]. Het vermoeden bestond dat daar een hennepkwekerij in werking zou zijn. Op 15 mei 2007 waren wij ter plaatse en de huurder van de loods met het pandnummer [b-straat 2], tevens de melder, deelde ons mede dat hij de huurder van de loods met nummer [b-straat 1] had gebeld en dat deze onderweg was om iets aan de wateroverlast te doen. De naam van de huurder zou [verdachte] zijn. Een man, die later [verdachte] bleek te zijn, kwam aan bij de loods en werd aangesproken door de melder. Op het moment dat hij onze opvallende dienstvoertuigen zag liep hij weg van de loods in de richting van zijn voertuig. Wij hebben de man staande gehouden en later is hij aangehouden.
In het pand werden drie zeecontainers aangetroffen met in elke container een in werking zijnde hennepkwekerij. Elke container was voorzien van 144 planten.
7. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5 Wetboek van Strafvordering, te weten een document met als titel 'onderzoek van hennep en/of hashish' afkomstig van de Politie Brabant Zuid-Oost / Forensisch Technische Ondersteuning, Mutatienummer: PL2202/07-058260, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 7] op 17 mei 2007 (p. 42 van het proces-verbaal met dossiernr. PL2202/07-006407), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - het resultaat van een MMC International BV Cannabis test:
Nummer 01: 28200 gram henneptoppen, nummer 02: 352,50 gram plantenmateriaal, nummer 03: 282 gram plantenmateriaal.
Resultaat nummers 1 t/m 3: door tester herkend als hennep en positief getest als hennep.
8. Het ambtsedig proces-verbaal van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, Afdeling Cranendonck Heeze-Leende-Maarheeze. nr. PL2202/07-058260, d.d. 21 mei 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 8], brigadier van politie (p. 33-34 van het proces-verbaal met dossiernr, PL2202/07-006407), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [betrokkene 3]:
Drie weken geleden kwam een man bij mij in de zaak die mijn loods wilde bekijken. Hij wachtte op de makelaar omdat hij pand [b-straat 1] wilde huren. Hij vertelde dat er containers in de loods geplaatst zouden worden, maar dat wij daar geen last van zouden hebben als buren.
Tevens vertelde hij dat hij er niet vaak zou zijn. Een andere buurman bij mijn bedrijf, die naast [b-straat 1] is gevestigd, vertelde later dat hij de gehele dag een compressor hoorde en harde muziek. De man die bij mij kwam kijken heb ik twee keer gezien. De tweede keer was toen hij een afvoerpijp op het dak monteerde. Drie dagen voordat de politie de loods binnenviel heb ik hem ook nog gezien, toen hij op het dak een doorvoer aan het maken was samen met [betrokkene 4] uit Geldrop.
9. Het ambtsedig proces-verbaal van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, Afdeling Cranendonck Heeze-Leende-Maarheeze, nr. PL2202/07-058260, d.d. 16 mei 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 9], brigadier van politie (p. 35-36 van het proces-verbaal met dossiernr. PL2202/07-006407), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als verklaring van de verdachte [verdachte]:
Ik ben de huurder van de loods gelegen aan de [b-straat 1] te Heeze.
Ik huur deze loods van [betrokkene 5] uit Leende. Dit is gegaan via Makelaar [E] te Eindhoven. Ik huur de loods via mijn bedrijf genaamd [C]. Mijn bedrijf is een eenmanszaak. Mijn bedrijf bestaat uit de reparatie van auto's, boten en motoren en de verkoop en verhuur van zeecontainers. Ik zit in het pand te Heeze vanaf 1 mei 2007. Ik heb een huurcontract voor drie jaar. Ik heb de loods onderverhuurd aan een Pool.
Ik heb vorige week twee zeecontainers geleverd op het adres [b-straat 1] te Heeze. Ik ben gisterenavond gebeld door de eigenaar van de loods [betrokkene 5] dat er wateroverlast was. Ik ben vervolgens naar Heeze gereden en daar werd ik door de politie aangehouden.
Ik heb in twee van de drie containers de inrichting verzorgd. Als ik een container lever, zit er alles bij. Ik lever alles kant en klaar af. Deze week ben ik bij de loods geweest voor het maken van de daktoevoeren.
10. Het ambtsedig proces-verbaal van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, Afdeling Cranendonck-Heeze-Leende-Maarheeze, nr. PL2202/07-058260. d.d. 21 mei 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 9], brigadier van politie (p. 37 van het proces-verbaal met dossiernr. PL2202/07-006407), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van eigen waarneming(en) en/of bevinding(en) van desbetreffende verbalisant:
Op 16 mei 2007 werd de verdachte [verdachte] gehoord. Tijdens het afleggen van zijn verklaring, verklaarde [verdachte] ook enkele feitelijkheden, die hij niet op schrift wilde. Verdachte [verdachte] verklaarde ten overstaan van mij, [verbalisant 9], het navolgende: "Jullie weten dat ik me met wiethandel bezig houd. Kijk maar in jullie computer. Ik ben eigenlijk een grote wietboer. Als ik nog voorwaardelijk heb lopen, dan neem ik niets op mijn naam. Over 1 jaar is mijn voorwaardelijk afgelopen en dan kan ik de loods weer op mijn naam hebben. Dan gaat die Pool eruit".
11. Het ambtsedig proces-verbaal van Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, Afdeling Cranendonck-Heeze-Leende-Maarheeze,
nr. PL2202/07-058260, d.d. 21 mei 2007, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 7], hoofdagent van politie (p. 40-41 van het proces-verbaal met dossiernr, PL2202/07-006407), voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als relaas van eigen waarneming(en) en/of bevinding(en) van desbetreffende verbalisant:
Op 18 mei 2007 hoorde ik verdachte [verdachte] omtrent het strafbare feit. De verdachte wenste op papier geen verklaring of te leggen. Ik sprak hierop met de verdachte en stelde hem een aantal vragen.
Ik zei dat er door ons in de loods een alarmsysteem was aangetroffen en dat in dit systeem een simkaart, voorzien van het nummer 06[001] aanwezig was die op de bewegingsmelder stond aangesloten. Ik zei dat deze simkaart in geval van alarm direct een ingeprogrammeerd nummer belde, +31[002]. Ik vroeg aan verdachte hoe het kon dat de politie, omstreeks het tijdstip van het alarm, vanuit de GSM van verdachte een uitgaande oproep heeft ontdekt naar het nummer van deze simkaart.
Verdachte antwoordde hierop dat hij dit alarmsysteem ook had geleverd en dat het bellen van deze simkaart waarschijnlijk een vergissing was geweest. Verdachte zei dat het nummer +31[002] op de simkaart in zijn GSM stond omdat dit een los contact van hem was.
12. De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van dit gerechtshof van 3 juni 2010, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Ik heb een bedrijf dat zich bezighoudt met de koop, verkoop en verhuur van zeecontainers. Ik was altijd op zoek naar kleine loodsen om zeecontainers op te kunnen slaan. Ik had daarom bij verschillende makelaars zoekopdrachten neergelegd.
Op een gegeven moment hebben zich bij mij twee makelaars gemeld met twee verschillende bedrijfspanden, één loods in Heeze en één loods in Waalwijk. Dat waren de in tenlasteleggingen genoemde loodsen.
U houdt mij voor dat uit de stukken blijkt dat de makelaar, [betrokkene 6], heeft verklaard dat ik half april 2007 bij hem ben geweest en kort daarna ben teruggekomen voor de ondertekening van het huurcontract. Ik heb de huurovereenkomst op 19 april 2007 getekend.
De ingangsdatum van de huurovereenkomst was op een zondag. De maandag daarop heb ik de sleutel ontvangen en ben ik begonnen met de verbouwing van het pand.
U houdt mij voor dat getuige [betrokkene 2] op 8 november 2007 bij de politie heeft verklaard dat iemand alleen het bedrijfsterrein kan betreden als hij het telefoonnummer van de betrokkene in het alarmsysteem heeft ingevoerd.
Ik heb destijds twee telefoonnummers doorgegeven aan [betrokkene 2]. Ik had twee kaartjes ontvangen, Dat waren een soort telefoonkaartjes.
Eén van die was gekoppeld aan mijn eigen telefoonnummer.
Ik lever sierteeltcontainers. Dat zijn zeecontainers die ik ombouw en geschikt maak voor teelt van planten.
Ik heb in de loods in Heeze twee containers afgeleverd.
Ik lever de containers met daarin 144 potten en 13 lampen.
De warmte die in de containers ontstaat wordt aan de achterkant afgezogen. Het klopt dat ik op het dak van de loods in Heeze een afvoerpijp heb aangebracht.
U vraagt mij hoe het komt dat ik zoveel van hennepteelt weet. Ik heb mij in het verleden met hennepteelt beziggehouden. Als ik me ergens mee bezighoud, doe ik het ook goed.
Ik heb hennep gekweekt in het jaar 2006. De containers die in de loods in Waalwijk zijn aangetroffen, waren allemaal containers bestemd voor de groei van planten.
Mijn veroordeling in 2006 had ook betrekking op hennepteelt in zeecontainers. De betreffende containers kwamen destijds terug uit de verhuur en die heb ik toen zelf ingericht voor de hennepteelt, Natuurlijk weet ik dat hennep in zeecontainers wordt gekweekt.
Nadere bewijsoverweging
In het arrest onder het kopje "Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs" heeft het hof overwogen dat de verdachte op 20 mei 2007, derhalve vijf dagen na de ontdekking van hennepplanten in de loods te Heeze, pogingen in het werk heeft gesteld het huurcontract betreffende de loods te Waalwijk op naam van [betrokkene 7] te laten zetten. Gelet op de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen moet in plaats van 20 mei 2007 echter worden gelezen: 21 mei 2007, derhalve niet vijf maar zes dagen na de ontdekking van hennepplanten in de loods te Heeze."