ECLI:NL:HR:2012:BV9212
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Inbeslagneming van servers en networkanalyser in het kader van rechtshulpverzoek van de Verenigde Staten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beschikking van de Rechtbank te Haarlem, waarin de rechtbank het klaagschrift van de klaagster, [Klaagster], gegrond heeft verklaard. De klaagster had verzocht om teruggave van servers en een networkanalyser die in beslag waren genomen naar aanleiding van een rechtshulpverzoek van de Verenigde Staten. De Rechtbank oordeelde dat de inbeslagneming onrechtmatig was, omdat deze in strijd was met de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. De Hoge Raad heeft de relevante overwegingen van de Rechtbank beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank de verkeerde maatstaf heeft aangelegd bij haar beoordeling van het klaagschrift. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de Rechtbank en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor een nieuwe behandeling.
De zaak begon met een rechtshulpverzoek van de Amerikaanse autoriteiten op 3 maart 2011, dat betrekking had op het vastleggen van gegevens van vijf IP-adressen. De inbeslagneming van de servers en de networkanalyser vond plaats op 1 april 2011, na een mondeling verzoek van de autoriteiten. De Rechtbank oordeelde dat de inbeslagneming onterecht was, omdat de gegevens van de servers gemakkelijk en snel veiliggesteld hadden kunnen worden zonder inbeslagneming. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit had miskend en dat de inbeslagneming niet gerechtvaardigd was. De Hoge Raad heeft de beschikking vernietigd en de zaak terugverwezen naar het Gerechtshof voor verdere behandeling.