ECLI:NL:HR:2012:BW0242
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.D.H. Asser
- A.H.T. Heisterkamp
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie van Fortis N.V. tegen de beslissing van de ondernemingskamer inzake niet-ontvankelijkheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 mei 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Fortis N.V. tegen een beschikking van de ondernemingskamer. De ondernemingskamer had eerder besloten dat de Stichting Investor Claims als belanghebbende moest worden aangemerkt in een procedure tegen Fortis. Fortis stelde beroep in cassatie in tegen deze tussenbeschikking, maar de Hoge Raad verklaarde Fortis niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelde dat de bestreden beschikking van de ondernemingskamer een tussenbeschikking was, waartegen op grond van artikel 401a lid 2 Rv. in verbinding met artikel 426 lid 4 Rv. alleen tegelijk met een eindbeschikking beroep in cassatie kan worden ingesteld, tenzij de rechter anders heeft bepaald. Aangezien de ondernemingskamer het verzoek van Fortis om tussentijds beroep in cassatie in te stellen had afgewezen, kon Fortis niet in haar beroep worden ontvangen. De Hoge Raad veroordeelde Fortis bovendien in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Stichting c.s. waren begroot op € 755,38 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.