ECLI:NL:HR:2012:BW1285

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/01468
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over koopovereenkomst en bewijsopdracht in een geschil tussen Westlandse Plantenkwekerij B.V. en Société Marachaire de l'Ouest

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Westlandse Plantenkwekerij B.V. (WPK) en Société Marachaire de l'Ouest, handelend onder de naam S.i.c.a. Saveol. WPK, de eiseres tot cassatie, heeft beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 19 januari 2010 en 7 september 2010 zijn gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de rechtbank Breda en de arresten van het hof, die aan het arrest zijn gehecht. Saveol, de verweerder in cassatie, is niet verschenen in deze procedure.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was om het beroep van WPK te verwerpen. De Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd en het beroep verworpen. Tevens is WPK in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Saveol zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Deze uitspraak heeft betrekking op de juridische aspecten van koopovereenkomsten en de verdeling van de bewijslast, en biedt inzicht in de toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).

Uitspraak

1 juni 2012
Eerste Kamer
11/01468
EV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
WESTLANDSE PLANTENKWEKERIJ B.V.,
gevestigd te Made, gemeente Drimmelen,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
SOCIETE MARACHAIRE DE L'OUEST, handelende onder de naam S.i.c.a. Saveol,
gevestigd te Plougastel Daoulas, Frankrijk,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als WPK en Saveol.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 133012/HA ZA 04-875 van de rechtbank Breda van 26 januari 2005, 8 juni 2005 en 7 maart 2007;
b. de arresten in de zaak HD 103.004.930 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 januari 2010 en 7 september 2010.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft WPK beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Saveol is verstek verleend.
De zaak is voor WPK toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt WPK in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Saveol begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 1 juni 2012.