ECLI:NL:HR:2012:BW4989
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Effectenleaseproduct en de kwalificatie als koopovereenkomst versus effectenbemiddeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een arrest van het Gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een overeenkomst tussen Ohra Bank en [verweerder 1], waarbij Ohra een lening verstrekte voor de aankoop van aandelen. Na afloop van de overeenkomst bleef er een restschuld van € 8.516,02 onbetaald, wat leidde tot een geschil over de kwalificatie van de overeenkomst. De rechtbank had de vorderingen van [verweerder 1] toegewezen, maar Ohra betwistte dat zij als verkoper optrad en stelde dat zij enkel als effectenbemiddelaar fungeerde. Het hof bekrachtigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de overeenkomst gekwalificeerd moest worden als een koopovereenkomst op afbetaling, waarbij de echtgenote van [verweerder 1] geen schriftelijke toestemming had gegeven, wat volgens de wet vereist was.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het hof en oordeelde dat de overeenkomst niet alleen als een lening maar ook als een koopovereenkomst moest worden beschouwd. De Hoge Raad benadrukte dat de kwalificatie van de overeenkomst als koop niet in strijd was met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, en dat de omstandigheden van de overeenkomst wezenlijk wezenlijk waren voor de beoordeling. De Hoge Raad verwierp het beroep van Ohra en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [verweerder] c.s. op nihil werden begroot.