ECLI:NL:HR:2012:BW5322
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Wijziging van partneralimentatie en de toepassing van wettelijke maatstaven
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 augustus 2012 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie na echtscheiding. Partijen, een vrouw en een man, waren in 1984 gehuwd en hebben drie dochters. Na de echtscheiding in 2006 was de man verplicht om een maandelijkse bijdrage van € 1.890,-- te betalen aan de vrouw, zoals vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. De man verzocht om wijziging van deze alimentatie op basis van gewijzigde omstandigheden, omdat de twee oudste dochters weer bij hem waren ingetrokken en de jongste dochter nog bij de vrouw woonde.
Het gerechtshof te 's-Gravenhage had in een eerdere beschikking geoordeeld dat er geen niet-wijzigingsbeding was overeengekomen voor een verlaging van de alimentatie op basis van andere omstandigheden. Het hof oordeelde dat de wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen een relevante wijziging van omstandigheden was, waardoor de man ontvankelijk was in zijn verzoek tot wijziging van de alimentatie. De onderhoudsbijdrage werd vastgesteld op € 590,-- per maand, ingaande 1 augustus 2009.
De vrouw ging in cassatie tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoerde dat het hof een onjuiste rechtsopvatting had over de wettelijke maatstaven voor partneralimentatie. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet voldoende had gemotiveerd waarom de wijziging van de alimentatie gerechtvaardigd was, gezien de stelling van de vrouw dat partijen bewust waren afgeweken van de wettelijke maatstaven. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.