ECLI:NL:HR:2012:BW5872
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- M.A. Loth
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst woonruimte wegens betalingsachterstand
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 juni 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de ontbinding van een huurovereenkomst voor woonruimte vanwege betalingsachterstand. De eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 21 september 2010 was gewezen. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van de kantonrechter te Roermond van 29 april en 29 juli 2008, die de basis vormden voor het geschil. De eiser had in de feitelijke instanties niet kunnen overtuigen van zijn standpunt, en het hof had het beroep van de eiser verworpen.
De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in de cassatieprocedure naar voren waren gebracht, niet konden leiden tot cassatie. De Hoge Raad stelde vast dat de aangevoerde middelen geen nadere motivering vereisten, aangezien deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het hof bevestigde en het beroep van de eiser verwierp.
Daarnaast werd de eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerder op nihil werden begroot. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven, en de zaak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van huurovereenkomsten en de gevolgen van betalingsachterstanden.