ECLI:NL:HR:2012:BX0124
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem en een arrest van de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 juli 2012 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Arnhem en een arrest van de Hoge Raad. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. W. Hendrickx, had verzocht om herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof, waarin hij was veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en een geldboete van € 225.000,- voor deelname aan een criminele organisatie en opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De aanvrage tot herziening was gebaseerd op de stelling dat de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep niet op de juiste wijze had plaatsgevonden, en dat de raadsvrouwe niet bevoegd was om de verdediging te voeren. De Hoge Raad oordeelde dat, zelfs als de oproeping niet correct was betekend, dit niet zou hebben geleid tot de nietigverklaring van de beslissingen van het Hof. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage niet voldeed aan de eisen van de wet en verklaarde de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk. De uitspraak benadrukt de strikte eisen die aan herzieningsverzoeken worden gesteld en de noodzaak van voldoende bewijs om een herziening te rechtvaardigen.