2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Een in wettelijke vorm door [verbalisant 1], financieel rechercheur B van politie Utrecht, opgemaakt proces-verbaal, genummerd PL0911/07-219524, gesloten en getekend op 10 juli 2007 te Utrecht, als bijlage (p.28-32) gevoegd bij het stamproces-verbaal, voor zover inhoudende de op 10 juli 2007 gedane aangifte namens ZwitserLeven en UCB Hypotheken -zakelijk weergegeven-:
Namens ZwitserLeven ben ik uit hoofde van mijn functie gerechtigd tot het doen van aangifte van strafbare feiten die gepleegd zijn ten nadele van ZwitserLeven en (namens) UCB Hypotheken B.V.
ZwitserLeven houdt zich onder andere bezig met het verstrekken van hypothecaire geldleningen als gevolmachtigde van UCB Hypotheken B.V. UCB Hypotheken B.V. treedt hierbij op als geldgever en ZwitserLeven als bemiddelaar. UCB Hypotheken maakt gebruik van het verkoopapparaat van ZwitserLeven.
ZwitserLeven wenst aangifte te doen ter zake valsheid in geschrifte en/of (poging tot) oplichting tegen
1. [Verdachte] (het hof begrijpt: verdachte).
2. [A].
Op 23 augustus 2005 ontving ZwitserLeven een aanvraag voor een hypotheek via een tussenpersoon genaamd: De Hypotheekshop 920 te Utrecht. De aanvraag betrof een hypothecaire lening voor een bedrag van 178.000,00 euro in verband met oversluiting van de hypotheek met betrekking tot het pand gelegen aan de [a-straat 1] te Utrecht.
Door de voornoemde tussenpersoon zijn de als bijlage I bijgevoegde stukken namens [verdachte] bij ZwitserLeven aangeleverd. De tijdens het acceptatieproces aangeleverde werkgeversverklaring van [A] wordt op 20 juli 2005 ondertekend door [betrokkene 1]. Tevens ontvingen wij een salarisspecificatie over de maand juni 2005 en verdere relevante stukken. Op 6 september 2005 is hierop volgend door ZwitserLeven een offerte uitgebracht onder nummer [002]. De hypotheek is, nadat het acceptatieproces was doorlopen, op 16 november 2005 gepasseerd bij de notaris. De geldlening ad. 178.000,00 euro is vervolgens verstrekt.
Op 6 juni 2007 ontving ik van [betrokkene 2] (van UCB Hypotheken B.V.) het volgende bericht:
"Vanmorgen ben ik gebeld door [betrokkene 3] van de gemeente Eindhoven, afdeling sociale zaken. [...] Daarnaast heeft [betrokkene 3] te kennen gegeven dat door hem niet wordt begrepen waarom die hypothecaire lening is verstrekt, aangezien de schuldenaar sinds 1984 een sociale uitkering heeft gehad via UWV in verband met arbeidsongeschiktheid volgens WAO normen 80% - 100%".
Uit eerdergenoemde salarisspecificatie over de maand juni 2005 van [A] schoonmaakdiensten kon worden opgemaakt dat het salaris zou worden uitbetaald op rekeningnummer [001]. Uit een bijgevoegd rekeningafschrift van de ABN Amro Bank blijkt met betrekking tot rekening [001] de navolgende tenaamstelling: [verdachte], [a-straat 1], [postcode] Utrecht. Derhalve heb ik omstreeks 6 juni 2006 contact opgenomen met de veiligheidsafdeling van de
ABN-Amro te Amsterdam en deze bevestigd dat in het jaar 2005 waarin de hypotheek tot stand is gekomen nimmer een salarisstorting heeft plaatsgevonden van [A]. Er vonden uitsluitend stortingen plaats door het UWV uit hoofde van een WAO-uitkering. Teneinde om te verifiëren of [verdachte] in het jaar 2005 een of meerdere dienstverbanden heeft gehad is contact opgenomen met het UWV. Na telefonisch contact met het UWV bleek dat er in het jaar 2005 met betrekking tot [verdachte] geen geregistreerde dienstverband(en) bekend zijn, maar uitsluitend sprake was van een WAO-uitkering. Daarom is gerechtvaardigd te stellen dat de salarisspecificatie van juni 2005 niet op waarheid berust en dat er geen dienstverband volgens de geleverde werkgeversverklaring, heeft bestaan in 2005. Aan de salarisspecificatie valt op dat de maand juni 2005 opeens 31 dagen zou hebben in plaats van 30.
ZwitserLeven had de in de aangifte beschreven hypothecaire lening nooit geoffreerd als zij had geweten dat er vermoedelijk sprake was van het opgeven van niet juiste gegevens/bescheiden.