3.2.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"1. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1], hoofdagent van politie Almere Buiten, opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 2], genummerd 2009065646-1, gedateerd 9 september 2009, dossierpagina 7-8, voor zover inhoudende als verklaring van aangever Vork, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van bedreiging. Op 9 september 2009 liep ik nabij de Oorweg te Almere. Ik liep daar met een vriend, [betrokkene 1]. Ik zag vanuit mijn ooghoek iets branden bij het toiletgebouw. We zijn er heen gelopen om te kijken wat er in brand stond. Ik zag toen dat er een man zat bij het toiletgebouw. Nabij hem was het vuurtje. Ik stond op ongeveer vijf à zes meter van de man. Ik herkende de man als de zwerver die altijd door Almere Centrum loopt. Ik zag dat de man iets pakte. Ik zag direct dat dit een mes was. Ik zag dat de man het mes in mijn richting en in de richting van [betrokkene 1] hield. Hierbij wees de punt van het mes in onze richting. Ik hoorde vervolgens dat de manspersoon zei: 'rot op, rot op, ik maak jullie dood'. [betrokkene 1] en ik draaiden om en renden hard weg. Tijdens het rennen keek ik om en zag ik dat de man met het mes achter mij aan rende. Ik voelde mij hierdoor zeer bedreigd.
2. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2], agent van politie Almere Buiten, opgemaakt proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 1], genummerd 2009065646-4, gedateerd 9 september 2009, dossierpagina 11-12, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [betrokkene 1], zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van bedreiging. Op 9 september 2009 liep ik met mijn vriend [betrokkene 2] op het strand aan de Oorweg te Almere. Ik zag een gloed op de bomen en dacht dat het vuur was. Samen met de vriend ben ik er heen gelopen. Ik zag een toilethokje met daarnaast het vuur. Er zat een man naast. Ik herkende hem als [verdachte] de zwerver. Ik zag dat de man wat pakte. Ik zag dat het voorwerp wat hij pakte een mes was. Ik zag het mes van ongeveer twee meter afstand. De vriend en ik zijn weggerend. Ik hoorde achter mij de zwerver roepen 'ik maak jullie dood'. Ik voelde me door het mes en door wat de zwerver riep ernstig bedreigd. Ik was echt bang dat hij ons dood zou maken.
3. Het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3], agent van politie Almere Oost, opgemaakt proces-verbaal van verhoor van [verdachte], genummerd 2009065646-6, gedateerd 10 september 2009, dossierpagina 23-25, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
9 september 2009 verbleef ik aan het strand aan de Oorweg. Ik verblijf daar al drie en een half jaar. Ik had een vuurtje gemaakt op mijn barbecue om eten te koken. Ik heb altijd twee messen bij me. Hiermee bereid ik mijn eten klaar. Ik was die dag uien aan het snijden. Die twee mannen kwamen naar mij toe. Ik heb ze weggejaagd. Ik ben ongeveer drie of vier meter achter de jongens aangerend. Ik heb op een dreigende toon gezegd dat ze weg moesten gaan."